Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zij [68]gaven hem gehoor; en als zij de apostelen tot zich geroepen hadden, [69]geselden zij [dezelve], en geboden [hun], dat zij niet zouden spreken [70]in den Naam van Jezus; en lieten hen gaan. 68. Dat is, zij lieten zich bewegen en overreden dat zij zijnen raad volgden. 69. Grieks sloegen; namelijk met roeden of geselen. Dit was hun van Christus voorzegd, Matth.10:17, en Matth.23:34; hetzelfde is ook aan Paulus gedaan, 2 Kor.11:24. 70. Zie hfdst.4 vs.18.